BAKFIETSONGEVAL

Gratis juridisch advies

Als een persoon letsel oploopt door een ongeluk met een bakfiets, kan dit leiden tot medische kosten, verlies van inkomen door tijdelijke of permanente arbeidsongeschiktheid, pijn en lijden, emotionele stress en andere financiële en niet-financiële gevolgen.

Een ongeval met een bakfiets kan leiden tot gebroken botten, zoals armen, benen, ribben of een gebroken sleutelbeen, vooral als de bestuurder of passagiers uit de bakfiets vallen of ermee in aanraking komen.

Slachtoffer.nl werkt samen met advocaten die gespecialiseerd zijn in schade ontstaan door ongevallen (letselschade).

Er is letselschade als u buiten uw eigen schuld lichamelijk of geestelijk letsel hebt opgelopen.

In zaken met lichamelijk letsel hebben de rechtbanken in Nederland in de loop der jaren al diverse uitspraken gedaan (jurisprudentie) bij de toekenning van smartengeld.

Smartengeld wordt ook wel immateriële schade genoemd. Het is de vergoeding voor de geleden en de nog te lijden smart. Smartengeld is dus een symbolisch bedrag dat u voor de psychische en lichamelijke gevolgen van het voorval vraagt.

Voorbeelden van smartengeld zijn een tegemoetkoming voor: ergernis, angst, pijn, gemis aan levensvreugde en lichamelijk letsel. Vaak is het niet eenvoudig om gevoelens van angst en lichamelijk letsel te verwoorden in een geldbedrag.

Onderstaande globale indeling heeft verschillende schalen waarbinnen een bedrag aan smartengeld is toegewezen:

  • Whiplashlaesie
  • Schouder-, borstkas-, wervelkolomletsel
  • Oogletsel
  • Ontsiering van lichaam
  • Neusletsel
  • Mondletsel
  • Letsel aan geslachtsorganen
  • Hoofd-, hersen- zenuwletsel
  • Heup-, bekkenletsel
  • Been- en voetletsel
  • Arm- en handletsel
  • Oorletsel
  • Letsel ten gevolge van verkrachting of incest
  • Letsel aan geslachtsorganen

Welk bedrag passend is om te vorderen hangt ondermeer van onderstaande factoren af:

  • Aard en ernst van het letsel;
  • Mate van geleden pijn;
  • Duur van het letsel;
  • Blijvende littekens en/of lichamelijke beperkingen en de invloed hiervan op werk, studie, relaties en vrijetijdsbesteding;
  • Leeftijd en geslacht;
  • De mate van schuld bij de veroorzaker of bij u als slachtoffer.